Skip to main content

Sociaal Plan     

bij planmatig onderhoud, sloop en ingrijpende verbetering  versie 211111

 Het sociaal plan heeft als doel om afspraken vast te leggen tussen Woonborg en de Algemene Huurdersvereniging WOON. In deze afspraken worden de rechten en plichten van zowel huurders als van Woonborg vastgelegd bij uitvoering van sloop, ingrijpende verbetering, planmatig onderhoud en verbetering in bewoonde staat.

Stichting Woonborg en de Algemene Huurdersvereniging WOON zijn als volgt overeengekomen:

Algemeen en Uitgangspunten

  1. Het sociaal plan treedt in werking met ingang van de datum van ondertekening en geldt in principe voor onbepaalde tijd. Er zal een evaluatie plaatsvinden wanneer een van de partijen dit wenselijk acht. In gezamenlijk overleg wordt het sociaal plan zo nodig aangepast.
  2. Bewoners van alle woningen van Woonborg kunnen in geval van sloop een beroep doen op het sociaal plan. Dit geldt ook bij woningen waaraan ingrijpende verbetering of planmatig onderhoud in bewoonde staat wordt uitgevoerd.
  3. Bij directiebesluit wordt vastgesteld in welke woningen wat voor soort werkzaamheden uitgevoerd zullen worden en of de werkzaamheden in bewoonde dan wel niet bewoonde staat uitgevoerd moeten worden. In hoofdstuk 1.A zijn de regelingen opgenomen die van toepassing zijn bij sloop en ingrijpende verbetering. In hoofdstuk 1.B zijn de regelingen opgenomen die van toepassing zijn bij planmatig onderhoud en verbetering in bewoonde staat.
  4. De peildatum is de datum van ingang van een bepaald directiebesluit waardoor rechten voor de huurders ontstaan die aan dat besluit verbonden zijn.
  5. Als de huurder van de woning geen natuurlijk persoon is maar een rechtspersoon, kan hij in aanmerking komen voor de vergoeding mits hij deze aanwendt ten behoeve van de natuurlijke persoon. De rechtspersoon legt verantwoording af over aan wie en op welke wijze de vergoeding is besteed tot maximaal het bedrag dat genoemd is in dit sociaal plan.
  6. Woonborg en bewoners maken samen afspraken over de gang van zaken voor, tijdens en na de uit te voeren werkzaamheden; ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid en met het doel om de werkzaamheden zo soepel mogelijk te laten verlopen. Bij de verantwoordelijkheden van Woonborg hoort in elk geval de waarborg van kwaliteit van het geleverde werk, bij de verantwoordelijkheden van de huurder om daar waar nodig de voortgang van werkzaamheden niet te belemmeren, hierbij hoort dan ook het ontruimen van (gedeelten van) ruimtes. Vooraf geeft Woonborg tijdig aan waar dit nodig is.
  7. Uitgangspunt is dat bewoners hun woning gebruiken als woonruimte. Hierop is dit sociaal plan gebaseerd. Daar waar bewoners gedeelten van het huis gebruiken als bedrijfsruimte (al dan niet met toestemming van Woonborg) geldt hetzelfde als in dit sociaal plan is vastgelegd. Op de bedrijfsruimten zijn geen andere regels van kracht en gelden dezelfde rechten en plichten. Bijzondere aanpassingen die door de huurder gedaan zijn t.b.v. de bedrijfsruimte worden door Woonborg niet gecompenseerd.
  8. Er wordt gezamenlijk (Woonborg en WOON) een stappenplan gemaakt en dat wordt officieel vastgesteld. Op basis hiervan vindt informatievoorziening en overleg met huurders bij ingrepen in en aan hun woning plaats.

1.       Procedure bij sloop en ingrijpende verbetering

1.A      Procedure bij sloop en ingrijpende verbetering

1.a.1     Onderstaande procedure geldt voor bewoners van woningen die worden gesloopt of zo ingrijpend worden verbeterd dat de bewoners hun woning (tijdelijk) moeten verlaten. Hierbij gaat het om huurders die een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd met Woonborg hebben.

1.a.2     Per complex of gedeelte van een complex (fasering) neemt Woonborg een sloopbesluit en stelt de sloopdatum vast. De periode tussen het sloopbesluit en de geplande sloopdatum is minimaal 18 maanden. Bij het eerder leegkomen van woningen kan besloten worden eerder te slopen.

1.a.3     Het sloopbesluit wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 12 maanden voor de geplande sloopdatum, schriftelijk aan de huurders medegedeeld. Daarbij worden de huurders direct op de hoogte gesteld van de rechten die zij kunnen ontlenen aan dit sociaal plan.

1.a.4     Woonborg gaat binnen zes maanden na de schriftelijke mededeling van het sloopbesluit op huisbezoek bij de huurders. Doel van dat bezoek is:

  1. De huurder te informeren over de praktische gang van zaken in het kader van het sloopbesluit.
  2. De huurder te informeren over zijn rechten en plichten, mede op basis van dit sociaal plan.
  3. Het inventariseren van de woonwensen van de huurder en de mogelijkheid om die te vervullen.
  4. Het verhelderen van de procedure voor woningtoewijzing en het vaststellen van de woonwensen voor een toekomstige woning.
  5. Afspraak maken voor het inventariseren door Woonborg van de door de huurder zelf aangebrachte voorzieningen – de zogenoemde zelfaangebrachte voorzieningen (ZAV’s) – in de woning.
  6. Het inventariseren van mogelijke knelpunten bij de huurder in relatie tot het wonen.

 

1.a.5     Alle afspraken die tijdens de individuele huisbezoeken worden gemaakt, worden schriftelijk vastgelegd in een bewonersdocument. De huurder krijgt hier een kopie van. Woonborg zal vertrouwelijk omgaan met de gegevens.

1.a.6     De bewoners ontvangen bericht welke medewerker van Woonborg gedurende het gehele proces van sloop of ingrijpende verbetering de contactpersoon is voor de huurder voor de uitvoering van dit sociaal plan.

1.a.7     De huurders van de woningen waarvoor een sloopbesluit is genomen, komen vanaf de in het sloopbesluit genoemde peildatum in aanmerking voor vergoedingen. Wanneer de sloop in fases zal worden uitgevoerd, is er in het sloopbesluit een afzonderlijke peildatum per fase aangegeven.

1.a.8     De huur van de te slopen woningen wordt vanaf de peildatum bevroren.

1.a.9     De peildatum is bepalend voor het recht van huurders op vervangende woonruimte.

1.a.10   Er worden door Woonborg na het genomen besluit (onder algemeen en uitgangspunten c) geen extra investeringen meer aan de woning gedaan. Woonborg keert geen vergoedingen uit voor zelfaangebrachte voorzieningen (ZAV’s) die na de sloopaanzegging in de woning worden aangebracht.

1.a.11   Woonborg kan de woning vanaf het sloopbesluit tijdelijk om niet in gebruik geven of tijdelijk verhuren in het kader van de leegstandswet.

1.a.12   Huurders die de woning tijdelijk huren of in gebruik krijgen conform 1.a.11 vallen niet onder dit sociaal plan.

1.a.13   Als de huurder door eigen handelen, zoals huurachterstand en overlast, de te slopen woning na een uitzettingsprocedure moet verlaten, vervalt het recht op het sociaal plan.

1.a.14   Huurders die de huurovereenkomst opzeggen met ingang van een datum gelegen vóór de peildatum, moeten de woning opleveren in een goede verhuurbare staat, conform de regelingen voor alle huurwoningen bij Woonborg. Deze huurders kunnen geen beroep doen op het op de latere peildatum van kracht geworden sociaal plan.

1.B       Herhuisvesting

1.b.1     Alle huurders van de te slopen woning ontvangen 1000 inschrijfpunten.

1.b.2     Huurders worden als ze op de peildatum nog niet ingeschreven staan kosteloos ingeschreven bij Woonborg. Wanneer huurders een reeds bestaande inschrijving hebben, worden de opgebouwde inschrijfpunten aangevuld tot 1000.

1.b.3     Huurders met een inschrijving van vóór de peildatum, krijgen na acceptatie van een woning van Woonborg hun inschrijving en de inschrijfpunten van vóór de peildatum weer terug.

1.b.4     Een overzicht met vrijkomende woningen wordt kosteloos toegezonden.

1.b.5     Huurders moeten zelf reageren op het aanbod.

1.b.6     Wanneer meer urgenten op dezelfde woning reageren, zijn woonduur, woonsituatie van de bewoner(s) en/of de tijdsplanning van verschillende herstructureringsprojecten van doorslaggevende rol bij de woningtoewijzing.

1.b.7     Alle huurders van de te slopen woningen hebben voorrang bij de toewijzing van vervangende nieuwbouwwoningen in het te slopen lokale werkgebied van Woonborg. Dat geldt ook voor nieuwbouwkoopwoningen en bouwkavels van Woonborg in datzelfde lokale werkgebied.

1.b.8     Er worden geen administratiekosten in rekening gebracht bij het tekenen van een nieuwe huurovereenkomst.

1.b.9     Alle huurders van te slopen woningen vallen buiten de inkomens- en vermogenstoets en de toets op passendheid met betrekking tot de gezinsgrootte. De woning mag niet groter zijn en/of meer vertrekken hebben dan de woning die wordt achtergelaten.

1.b.10   Voorrang bij herhuisvesting geldt ook voor die bewoners die hun woningen tijdelijk moeten verlaten vanwege ingrijpende verbetering. Indien nodig stelt de verhuurder een wisselwoning ter beschikking ervan uitgaande dat deze huurders terugkeren in hun woning of in het complex waartoe die woning behoorde, tenzij dat door wijziging van het type woning niet mogelijk is.

1.C       Tegemoetkoming voor verhuis- en herinrichtingskosten

1.c.1     Huurders die hun woning vanwege sloop of ingrijpende verbetering (definitief) moeten verlaten, hebben vanaf de peildatum recht op de volgende vergoeding:

  1. een vergoeding voor verhuis- en herinrichtingskosten van € 5.520,- per woning (prijspeil 1 januari 2012);
  2. jaarlijks per 1 januari worden genoemde bedragen geïndexeerd met het percentage waarmee de consumentenprijzen in het voorafgaande jaar zijn gestegen.

Dit is gebaseerd op de landelijke regeling voor verhuis- en herinrichtingskosten.

1.c.2     Ter voorkoming van dubbele huurbetaling door de huurder is de huurder gedurende één maand na ondertekening van de nieuwe huurovereenkomst slechts de huurprijs verschuldigd voor de woning van Woonborg waarvoor een nieuwe huurovereenkomst wordt aangegaan. Voor de woning waarvan de huurovereenkomst wordt beëindigd, zal in dat geval geen huurprijs zijn verschuldigd. Bij koop geldt dat de huurder de ‘oude’ woning nog een maand nadat de huur is opgezegd om niet mag gebruiken.

1.c.3     De verhuiskostenvergoeding, minus 10%, wordt uitbetaald na opzegging van de huurovereenkomst van de woning waarop dit sociaal plan van toepassing is. De laatste 10% van de tegemoetkoming wordt uitbetaald na inlevering van alle sleutels van de te verlaten woning en oplevering overeenkomstig de vooropname-afspraken die gemaakt zijn met de medewerker van Woonborg.

1.c.4     Huurders van wie de woning zo ingrijpend wordt verbeterd dat zij tijdelijk naar een wisselwoning moeten verhuizen, ontvangen dezelfde vergoeding als genoemd in 1.c.1.

1.c.5     Het recht op het sociaal plan vervalt als de huurder van de te slopen woning niet op de geplande sloopdatum een andere woning, volgens van te voren aangegeven voorkeur, geaccepteerd heeft, tenzij dit aantoonbaar buiten zijn schuld om plaatsvindt.

1.D       Vergoedingen voor door huurders aangebrachte zelfaangebrachte voorzieningen (ZAV’s) in, aan of bij de woning

1.d.1     Bij een zelfaangebrachte voorziening, die in het ZAV-beleid in aanmerking komt voor een overnamevergoeding, zal Woonborg de betreffende huurder tegemoetkomen ter compensatie van het verlies van het woongenot van die voorziening. Deze zelfaangebrachte voorziening(en)  vergoedt Woonborg op basis van de gebruikelijk te hanteren afschrijftermijn.

1.d.2     Woonborg behoudt zich het recht voor de huurder in en bij de nieuw te betrekken woning van Woonborg in plaats van een vergoeding in geld een gelijksoortige voorziening aan te brengen in of aan de woning.

1.E       Wisselwoningen

1.e.1     Huurders die vanwege sloop of ingrijpende verbetering hun woning moeten verlaten, maar nog niet terug kunnen keren in de verbeterde woning of hun intrek kunnen nemen in een nieuwe woning, hebben recht op een wisselwoning.

1.e.2     Nieuwbouwwoningen komen niet in aanmerking als wisselwoning.

1.e.3     Woonborg zorgt ervoor dat de wisselwoning schoon en gestoffeerd is, dat het schilder- en sauswerk en het behang er netjes uitzien en dat de woning voorzien is van verwarming (kachel of cv) en een warmwatervoorziening (geiser).

1.e.4     Mits de verhuizing is uitgevoerd door een speciale verhuisservice in opdracht van Woonborg worden de kosten van het verhuizen naar een wisselwoning eenmaal volledig vergoed.

1.e.5     Huurders die gebruikmaken van een wisselwoning (en dus tweemaal moeten verhuizen) ontvangen een vergoeding van € 563,- (prijspeil 1 januari 2012). Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd (1.c.1.b).

1.e.6.    Wanneer de huurprijs van de wisselwoning hoger is dan de huur van de oude woning, zal de huur van de oude woning gelden als huur van de wisselwoning.

1.e.7     Woonborg geeft de mogelijkheden omtrent de locatie van de wisselwoning aan. Het streven is dat de wisselwoning in hetzelfde dorp gelegen is.

1.e.8     Wanneer de huurder kiest voor een andere tijdelijke woning dan die door Woonborg als wisselwoning ter beschikking wordt gesteld, ontvangt de huurder geen (verhuis)vergoeding in natura (1.e.3 en 1.e.4) maar slechts de vergoeding van € 563,- .

1.e.9     De verhuiskostenvergoeding wordt uitgekeerd op het moment dat de huurder de huurovereenkomst van een andere woning tekent of één maand voordat de verbeterde woning wordt opgeleverd. De hoogte van deze vergoeding is conform het op dat moment geldende bedrag in het sociaal plan art. 1.c.1.

1.e.10   Wanneer de huurder er voor kiest om de wisselwoning als definitieve woning te beschouwen en Woonborg bepaald heeft dat dit mogelijk is, zal de vergoeding voor de verhuis- en inrichtingskosten op dat moment worden uitbetaald. Van deze vergoeding zijn de volgende posten afgetrokken:

– de door Woonborg gemaakte kosten om de woning als wisselwoning in te richten en de gemaakte kosten voor de verhuizing (1.e.3, 1.e.4 en 1.e.8 – indien van toepassing)

– het verschil in huurprijs tussen de oude woning en de werkelijke huur van de wisselwoning maal het aantal maanden dat men in de wisselwoning gewoond heeft.

Er wordt een nieuwe huurovereenkomst opgemaakt met de op dat moment geldende huurprijs voor de woning.

1.F       Maatregelen ter bevordering van de leefbaarheid

1.f.1     Woonborg doet haar uiterste best om woningen die vrijkomen in een te slopen complex, in het kader van de leefbaarheid, tijdelijk te verhuren.

1.f.2     De leefbaarheid in buurten en complexen waar gesloopt zal worden, komt onder druk te staan, onder meer door toenemende leegstand. Daarom zullen alle betrokken partijen zich voorafgaand aan en in deze periode inzetten voor de leefbaarheid in de betrokken buurten en complexen en zal Woonborg een beheerplan opstellen.

1.f.3     Om de onbewoonde woningen er zoveel mogelijk bewoond uit te laten zien, worden zo mogelijk de gordijnen van vertrekkende huurders overgenomen of andere maatregelen door Woonborg genomen. Brievenbussen worden dichtgezet. Tuinen worden door Woonborg regelmatig bijgehouden. Portieken worden extra gecontroleerd en als het nodig is schoongemaakt.

1.f.4     Woonborg regelt het afsluiten van water, gas, en elektra van de woningen die verlaten moeten worden tenzij de woning nog tijdelijk verhuurd wordt.

1.f.5     Woonborg kan het besluit nemen om woningen vandalismebestendig te maken. Hierbij wordt gedacht aan het dichttimmeren van woningen, hekken om woningen plaatsen of woningen vroegtijdig slopen. Woonborg zal dit alleen als uiterste maatregel doen.

1.f.6     Als overlast daartoe aanleiding geeft maakt Woonborg afspraken met de politie en de gemeente over extra inzet om de veiligheid te bevorderen en te voorkomen dat de buurt vervuilt.

1.f.7     Huurders van wie de woning niet direct wordt verbeterd of gesloopt, worden regelmatig, onder andere via nieuwsbrieven, op de hoogte gehouden van de werkzaamheden, de planning en de overlast die zij daarvan kunnen ondervinden.

1.f.8     Woonborg draagt conform artikel 1.a.6 zorg voor een goede bereikbaarheid van de contactpersoon (zie ook 2.a.17)

1.G       Dienstverlening aan en extra voorzieningen voor de huurders

1.f.9     Het beheerplan wordt door Woonborg gemaakt in overleg met de betrokken partijen en het bevat afspraken tussen de partijen over het leefbaar houden van de wijk. Zo nodig roept Woonborg een beheerteam, waarin ook bewoners zitting kunnen hebben, bijeen om het beheerplan te bespreken.

1.g.1     Aanpassingen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) die in de te verlaten woning aanwezig zijn, worden, indien mogelijk, naar de nieuwe woning overgebracht zonder dat daarbij weer alle procedures doorlopen moeten worden en zonder dat dit kosten met zich meebrengt voor de huurder.

1.g.2     In uitzonderlijke gevallen kunnen de huurders, ter beoordeling van Woonborg, gebruikmaken van hand- en-spandiensten in het kader van maatwerk.


 

2.         Planmatig onderhoud en verbetering in bewoonde staat

2.A      Planmatig onderhoud en verbetering in bewoonde staat

2.a.1     Een besluit tot uitvoering van Planmatig onderhoud / of verbetering in bewoonde staat wordt zo spoedig mogelijk, doch minimaal twee maanden voor de geplande uitvoering schriftelijk aan de huurder meegedeeld. Hierbij wordt de huurder geïnformeerd over de rechten die ontleend kunnen worden aan dit sociaal plan.

2.a.2     Afhankelijk van de werkzaamheden krijgen de huurders van woningen die in bewoonde staat worden verbeterd of planmatig onderhoud ondergaan een vergoeding.

Voor de volgende ingrijpende onderhoudswerkzaamheden ontvangt de huurder per onderdeel een tegemoetkoming die is bedoeld voor saus- en schilderwerk en kleine herstelwerkzaamheden:

Keukenrenovatie: vervangen van de wandtegels in keuken met                 €  80,–

of zonder vervanging van het keukenblok
Vloervervanging vanaf 10 m2                                                                 € 105,–
Kozijnvervanging per woning                                                                 €   80,–

Jaarlijks per 1 januari worden genoemde bedragen geïndexeerd met het percentage waarmee de consumentenprijzen in het voorafgaande jaar zijn gestegen.

2.a.3     Woningen waarvan drie of meer vertrekken in de woning minimaal vier dagen per vertrek niet gebruikt kunnen worden, vallen onder een extra regeling. De huurder ontvangt in deze gevallen een algemene bijdrage van € 265,- (prijspeil 1 januari 2012) ter compensatie van het tijdelijke verlies van het woongenot.

2.a.4     Bij overschrijding van de werkdagen die staan voor de voorgenomen uitvoering van de binnen werkzaamheden in de drie vertrekken wordt de vergoeding, zoals genoemd in artikel 2.a.3, verhoogd met € 50,00 per week tot het moment dat het vertrek klaar is voor gebruik. De vergoeding wordt verhoogd tot maximaal de maandelijkse brutohuur.

2.a.5     Als een of meer onderdelen uit 2.a.2 wordt uitgevoerd, maar slechts één of twee vertrekken tijdelijk buiten gebruik zijn, ontvangt de huurder slechts de tegemoetkoming per onderdeel.

2.a.6     Direct aansluitend aan de uitvoering van de werkzaamheden in de woning wordt de tegemoetkoming overgemaakt. Wanneer de huurder heeft gekozen voor een ZAV die tegen betaling uitgevoerd is door Woonborg, worden de kosten voor zover mogelijk, met de tegemoetkoming verrekend.

2.a.7     Bij vloervervanging kan de huurder gebruikmaken van de zogenaamde “Ontzorgregeling”. De “Ontzorgregeling” houdt vergoedingen in natura in. Woonborg zorgt ervoor dat de grotere spullen uit de betreffende ruimte worden weggehaald, de vloerbedekking wordt verwijderd en dat na de uitvoering deze zaken worden teruggezet dan wel worden teruggelegd. Hierbij moet de huurder zelf de kleinere spullen in verhuisdozen pakken en de apparatuur ontkoppelen. Wanneer het niet mogelijk is om de vloerbedekking terug te leggen, kan de huurder naar redelijkheid en billijkheid andere vloerbedekking uitzoeken en laten leggen voor rekening van Woonborg. Woonborg wijst de stoffeerder aan.

2.a.8     Wanneer het bij kozijnvervanging niet mogelijk is om de raambekleding of de buitenzonwering terug te plaatsen, wordt door Woonborg een oplossing gezocht om die wel opnieuw te kunnen bevestigen. Als dit in het geheel niet mogelijk is, kan de huurder naar redelijkheid en billijkheid voor rekening van Woonborg andere raambekleding en/of buitenzonwering uitzoeken en laten bevestigen. Woonborg wijst de leverancier aan.

2.a.9     Huurders van een woning die in bewoonde staat wordt verbeterd, hebben alleen dan recht op een wisselwoning als zij door omstandigheden aantoonbaar aan huis zijn gebonden en daadwerkelijk overlast ondervinden door de werkzaamheden. Uitsluitend in overleg met en ter beoordeling van Woonborg wordt een wisselwoning aangeboden.

2.a.10   Voordat de werkzaamheden starten sluit Woonborg met de huurder een overeenkomst waarin wordt opgenomen welke werkzaamheden er worden uitgevoerd en welke gevolgen dit heeft voor de huurprijs. Bij complexgewijs voorgenomen verbeteringen waarbij huurverhoging aan de orde is, kunnen de huurders verplicht worden hiermee in te stemmen, mits 70 procent van de betrokken huurders met de voorgenomen verbeteringen schriftelijk akkoord gaat. Instemming gebeurt via het ondertekenen van een akkoordverklaring waarin de huurverhoging vermeld staat. Deze akkoordverklaring is voor zowel huurder als Woonborg bindend.

2.a.11   Na afronding van het projectplan stelt Woonborg zo spoedig mogelijk een startdatum vast. Het percentage van de huurders dat heeft ingestemd met het besluit tot woningverbetering en de startdatum wordt gecommuniceerd met alle betreffende huurders. Uiterlijk twee weken voor de start van de werkzaamheden ontvangt iedere huurder een meterkastlijst met daarop de werkzaamheden en de planning.

2.a.12   Woonborg geeft de huurder inzage in de aard en de termijn van de overlast gedurende de uitvoering en probeert die zoveel mogelijk te beperken. Als de aangekondigde termijn dreigt te worden overschreden geeft Woonborg informatie over de oorzaak van de overschrijding en over de nieuwe planning.

2.a.13   Wanneer tijdens de werkzaamheden schade wordt toegebracht aan de persoonlijke eigendommen, wordt die schade door Woonborg vergoed of hersteld. In de artikelen hieronder wordt dit verder uitgewerkt.

2.a.14   In geval van een vooropname van de woning controleert een medewerker van Woonborg, in aanwezigheid van de huurder, de woning en de persoonlijke eigendommen van de huurder. Als tijdens de werkzaamheden schade wordt toegebracht aan de persoonlijke eigendommen, dan moet die schade nog dezelfde dag schriftelijk gemeld worden aan de toegewezen contactpersoon van het onderhoudsproject. Woonborg neemt de schade met de huurder op en neemt deze schademelding in behandeling. De schademelding wordt binnen twee maanden afgehandeld. Als die termijn dreigt te worden overschreden, kan de termijn worden verlengd met maximaal twee maanden. De verlenging wordt schriftelijk aan de huurder meegedeeld met daarin de reden van het uitstel.

2.a.15   Schades aan de inboedel die later aan het licht komen, moeten worden ingediend bij de inboedelverzekering van de huurder.

2.a.16   In geval van werkzaamheden aan of vanaf de buitenzijde van de woning vraagt Woonborg aan de huurder om van te voren beplanting en andere objecten zelf te verwijderen. Schade ontstaan door de werkzaamheden van de aannemer aan beplanting en andere objecten buitenshuis moet nog dezelfde dag schriftelijk gemeld worden aan de toegewezen contactpersoon van het onderhoudsproject. Woonborg neemt de schade met de huurder op, en neemt deze schademelding in behandeling. De schademelding wordt  binnen twee maanden afgehandeld. Wanneer deze termijn dreigt te worden overschreden, kan de termijn worden verlengd met maximaal twee maanden. De verlenging wordt schriftelijk aan de huurder meegedeeld met daarin de reden van uitstel.

2.a.17   Huurders krijgen een contactpersoon toegewezen die gedurende het gehele project bereikbaar is voor vragen, klachten en het oplossen van problemen.

3.         Bewonersparticipatie
In het directiebesluit over de vaststelling van sloop, ingrijpende verbetering en planmatig onderhoud in bewoonde staat wordt vastgesteld of georganiseerd overleg met de huurders noodzakelijk is. Woonborg geeft AH WOON inzage in de besluitvorming over de wenselijkheid van het instellen van een projectcommissie of een klankbordgroep.

Huurders kunnen individueel of georganiseerd ondersteuning vragen aan de Algemene Huurdersvereniging WOON.

4.         Geschillenregeling
In eerste instantie zal getracht worden een geschil intern op te lossen. Woonborg neemt een besluit hoe om te gaan met het geschil. Wanneer het geschil intern niet naar tevredenheid van de huurder wordt opgelost, kan de huurder de Regionale Geschillencommissie inschakelen.

5.         Hardheidsclausule
Woonborg kan, al dan niet op verzoek, in bijzondere en uitzonderlijke gevallen ten gunste van een huurder afwijken als toepassing van de bepalingen van dit Sociaal Plan tot onbillijkheid van overwegende aard zou leiden.