De huurder heeft alleen recht op een vergoeding van de verhuurder als de zelf aangebrachte verandering in de woning blijft zitten. Voorwaarde is wel dat de huurder daarvoor kosten heeft moeten maken die hij (nog) niet heeft kunnen terugverdienen, bijvoorbeeld via lagere stookkosten dankzij zelfaangebrachte dak- en/of spouwmuurisolatie of dankzij een HR-combiketel die de huurder heeft aangebracht in plaats van de oude cv-ketel. Bovendien moet de verandering daadwerkelijk profijt opleveren voor de verhuurder, bijvoorbeeld omdat hij door de verandering een hogere huur kan vragen aan de nieuwe huurder of kosten kan besparen op het (toekomstige) onderhoud.